De bodem van Oostelijk Flevoland
Het bodemkundige en geologische onderzoek heeft geleid tot kennisvermeerdering en detaillering, voornamelijk liggend op de terreinen van sedimentaire geologie en physisch geografische ontwikkeling. Voor het Pleistoceen is de kennis aangevuld met betrekking tot de Formatie van Drente en de Eem Formatie. Van de Formatie van Twente worden enkele details gegeven. Het accent ligt op de holocene Westland Formatie. De verbreiding, samenstelling en datering van de Afzettingen van Calais wordt gegeven. De verbreiding, granulometrische samenstelling en datering van de overige Duinkerke afzettingsfasen - lokaal ingedeeld als Flevomeer-, Almere-, Zuiderzee- en IJsselmeer-afzettingen - alsmede de vorming van de IJsseldelta en de verplaatsing van zand bij De Knar en langs de kust wordt uitgebreid weergegeven. Lutum/slibverhoudingen, sedimentologische verschijnselen en aspecten van de bodemclassificatie worden behandeld, evenals de holocene wordingsgeschiedenis. Landverlies wordt uit historisch oogpunt bezien en opmerkingen worden gemaakt over Wiggers' wordingsgeschiedenis van de Noordoostpolder. Een kort overzicht wordt gegeven van de bodemopbouw.