De inzaai van granen en koolzaad op het Grootlandbouwbedrijf
In 1984 is door de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders in Zuidelijk Flevoland een vergelijkingsproef van zaaimachines uitgevoerd. Hierbij zijn een vijftal zaaimachines met bijbehorend materieel voor de zaaibedbereiding beoordeeld op functionele, technische, ergonomische en bedrijfseconomische aspecten. Uit de vergelijking is gebleken dat de zogenaamde gecombineerde zaaimethode, waarbij zowel de zaaibedbereiding als het zaaien inéén werkgang plaats heeft, onder sterk uiteenlopende omstandigheden steeds de beste perspectieven biedt. Op basis van de relatie zaaitijdstip- gewasopbrengst is de optimale zaaiperiode-lengte berekend voor de situatie, waarbij het Grootlandbouwbedrijf van de RIJP ca. 5.000 ha zomergranen zaait. Het onderzoek wijst uit dat een uitbreiding van de zaaicapaciteit met 50% ten opzichte van de aanwezige capaciteit bedrijfseconomisch verantwoord is. De gemiddelde zaaiperiode-lengte wordt hierdoor verkort van 3 naar 2 weken.
- Datum rapport
- 1 januari 1985
- Auteur
- door J.A.L.M. Kamp [met medew. van W. Middelbos, T.C. Rademaker, A.H. van Rossum]; Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders
- Uitgever
- Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders (RWS, RIJP).
- Annotatie
-
69 p. bijl., fig., tab. Met lit. opg. (RIJP-rapport ; 1985-45 Cb)
- Documentnummer
- 52579