Gewassenkeuze bij de tijdelijke staatsexploitatie in de Noordoostpolder
De gewassenkeuze van de Cultuurtechnische Afdeling wordt sterk beperkt door de specifieke moeilijkheden van het landbouwgrootbedrijf en de gewassenverbouw op jonge poldergronden tijdens de eerste cultuurjaren na de ontginning. Na het derde cultuurjaar kan een aantal gewassen, zoals suikerbieten, vlas, erwten en aardappelen, eveneens met succes worden verbouwd door de voortgaande rijping van de gronden en de ontwikkeling van de landbouwmechanisatie. De vruchtopvolging wordt nog sterk beïnvloed door toevallige omstandigheden, waardoor afwijkingen van de meest gewenste gang van zaken veelvuldig voorkomen. Ook de regelmatige toepassing van de zo onontbeerlijke groenbemesters voor iedere kavel is vaak moeilijk te verwezenlijken.
- Datum rapport
- 1 januari 1957
- Auteur
- [Ministerie van Verkeer en Waterstaat], Directie van de Wieringermeer (Noordoostpolderwerken); door P.G. de Boer
- Uitgever
- Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Directie van de Wieringermeer (Noordoostpolderwerken).
- Annotatie
-
[28 p.]
tab.
(Flevobericht A ; no. 9)
Voordracht gehouden voor de Landbouwkundige Vergadering van de Directie van de Wieringermeer (Noordoostpolderwerken) op 16 december 1952, met enige aanvullingen
Met samenvatting - Documentnummer
- 9003