Stikstofomloop in de grond en stikstofmineralisatie in verband met de stikstofbehoefte van wintertarwe in de Noordoostpolder
Een beschouwing is gegeven van de stikstofomloop in de grond. Hieruit blijkt dat de landbouwgewassen, voor zover zij niet in symbiose samenleven met stikstofbindende microben, stikstof voornamelijk als ammonium en nitraat (minirale stikstof) betrekken uit de afbraakprodukten van organisch materiaal, en dat zij bovendien stikstof in de vorm van ammoniuim en nitraat rechtstreeks of na omzetting uit kunstmest kunnen opnemen. Een beschrijving wordt gegeven van de incubatiemethode ter bepaling van het stikstofmineraliserend vermogen van de grond in het laboratorium, zoals deze wordt toegepast. Bij vierjarige proeven met wintertarwe in de Noordoostpolder, genomen in de jaren 1948-1951 met gronden van 57 proefvelden, werd binnen zekere grenzen een positief verband gevonden tussen de hoeveelheden minerale stikstof welk gedurende een incubatie van zes weken bij 29 graden Celsius werden gevormd, en de opbrengsten van wintertarwe en een negatieve correlatie ten opzichte van de stikstofbehoefte.
- Datum rapport
- 1 januari 1957
- Auteur
- Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directie van de Wieringermeer (Noordoostpolderwerken); door D.A. van Schreven
- Uitgever
- Tjeenk Willink.
- Annotatie
-
35 p.
fig., tab.
Met een samenvatting in het Engels
(Van zee tot land ; 22)
Met lit. opg. - Documentnummer
- 141728