Onderzoek verkeersafwikkeling Randweg Eindhoven : probleemanalyse en oplossingsrichtingen

Op de randweg Eindhoven, deel uitmakend van het hoofdwegennet, doen zich door de grote drukte dagelijks problemen met de verkeersafwikkeling voor. Bij een verdergaande groei zullen deze problemen toenemen. De capaciteit op de randweg kan alleen ingrijpend worden uitgebreid door een tracé-m.e.r.-procedure te volgen. Deze procedure is door Rijkswaterstaat in gang gezet met de trajectstudie ?Tangenten Eindhoven?, waarover naar verwachting in februari 1998 de trajectnota gereed komt. Het tracébesluit wordt dan op zijn vroegst in september 1999 genomen, hetgeen inhoudt dat realisatie niet voor het jaar 2001 zal plaatsvinden. Directie Noord-Brabant van Rijkswaterstaat wil voor de tussenliggende periode het optreden van filevorming en de daarmee gemoeide vertragen zo veel mogelijk beperken en de verkeersveiligheid vergroten. Daartoe worden verkeersbeheersingsmaatregelen en kleine infrastructurelen verbetereringen overwogen die tot doel hebben de aanwezige wegcapaciteit zo goed mogelijk te benutten en de verkeersafwikkeling zo veilig mogelijk te laten verlopen. Nu is in 1992 een studie gedaan naar mogelijke benuttingsmaatregelen op de randweg bij Eindhoven. Van de in dat onderzoek aanbevolen maatregelen zijn er inmiddels een aantal uitgevoerd en andere zijn momenteel in aanleg. Ondertussen is het echter 1997 en zijn zowel de verkeers- als de wegsituatie aanzienlijk veranderd. Om verdere maatregelen effect te treffen is een goed overzicht in de huidige situatie en de oorzaken van de problemen noodzakelijk. Dit project heeft tot doel, door bestudering van de verkeersafwikkeling in de huidige situatie, dit inzicht te verkrijgen, en vanuit dit inzicht de meest veelbelovende benuttingsmaatregelen aan te geven. Het is het verkeerskundig onderzoek voor de 2e fase van het ?Verkeersbeheersingsplan (VBP) Randweg Eindhoven?.