Onafhankelijk onderzoek Markermeer : eindrapport

Doel van het onderzoek is het aanleveren van adequate informatie, in de vorm van technische en bestuurlijke argumenten, aan degenen die uiteindelijk moeten beslissen of het Markermeer wel of niet moet worden opgenomen in de definitie van buitenwater in de Wet op de waterkering. Overeenkomstig de motie Lilipaly c.s. moet het onderzoek inzicht geven in de effecten en de kansen van een doorbraak van de dijken rond het Markermeer. In technische zin is deze opdracht vertaald naar vragen voor het Markermeer en IJsselmeer: hoe verhouden de inundatierisico's zich?; hoe beheersbaar is de hoogwaterstand?; hoe groot is de schade bij overstroming? Voor de waterkeringen rondom het Markermeer is daarnaast geschat hoe hoog de kosten zijn om bescherming te bieden tegen overstroming als ware het Markermeer buitenwater. Het bestuurlijk-juridische onderzoek is vooral gericht geweest op de totstandkoming van de wet, de beleidsnetwerken en de bestuurlijke en juridische consequenties van een eventuele aanwijzing van het Markermeer als buitenwater.

Datum rapport
1 mei 1998
Auteur
[onderzoek begeleid door Stuurgroep (voorzitters J.R. Hoogland, W.P.A. Broeders) en Begeleidingsgroep (voorzitter J. Kaspers; WL Delft Hydraulics; projectleider A.P. de Looff)]
Uitgever
Waterloopkundig Laboratorium (WL) = Delft Hydraulics Laboratory.
Annotatie
IV, 49 p.
ill.
In opdracht van Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat (RWS)
Met lit.opg.
Waterloopkundig Laboratorium (WL) heet vanaf 1998 WL Delft Hydraulics
Documentnummer
111262