Kwantitatieve bemonstering van benthos en bodem voorafgaand aan zandsuppleties bij Texel (nulmeting)

Beschrijft een kwantitatieve inventarisatie (nulmeting) van de bodemfauna (benthos) en de bodemsamenstelling (sediment) nabij de noordwest punt van Texel, voorafgaand aan suppletiewerken van Rijkswaterstaat in 2009. Dit betreft een vooroeversuppletie van 1.300.000 kubieke meter zand bij de Eierlandse dam bij Texel, tussen raai 26 en raai 28,8.
Het doel van deze studie is om een kwantitatieve inventarisatie uit te voeren naar de in het suppletiegebied aanwezige bodemfauna. In de eerste plaats moet duidelijk worden of de suppletie mogelijke voedselbronnen van beschermde vogels aantast. Hierbij gaat het om concentraties (banken) van de schelpdiersoorten Spisula subtruncata en Ensis spec.. Ook moet duidelijk worden of de Schelpkokerworm Lanice conchilega in het gebied voorkomt die mogelijk stabiliserende werking heeft op de bodem, en wanneer voorkomend in hoge dichtheden
(banken) tevens een habitatstructurerende rol kan spelen voor andere soorten. In de tweede plaats moet kennis worden verzameld over de aanwezige bodemfauna (> 1 mm), met het oog op bepaling van de hersteltijd van de fauna (tijd die de fauna nodig heeft om van een zandsuppletie te herstellen). Bepaling van de hersteltijden kan alleen als de nulsituatie is vastgelegd (deze studie). Ook moeten geschikte referentiegebieden geselecteerd worden, waar niet wordt gesuppleerd.

Datum rapport
1 december 2009
Auteurs
Bos, O.G., Meesters, E.H.W.G., Wal, J.T. van der
Auteur
O.G. Bos, H.W.G. Meesters, J.T. van der Wal (etc.) ; IMARES
Uitgever
IMARES.
Annotatie
18 p.
Bijl., ill.
Met lit.opg.
Projectnummer: 4306202201
Rapport C134/09
In opdracht van Rijkswaterstaat Waterdienst (RWS, WD)
Documentnummer
401656