Morfologische analyse Nieuwe Schulpengat : een analyse van de interactie tussen het zeegat en de kustlijn tussen Huisduinen en Callantsoog
De kustlijn van Noord-Holland, die grenst aan de buitendelta van het Zeegat van Texel, behoort tot de meest gesuppleerde gebieden van de Nederlandse kust. Door middel van grootschalig en frequent suppleren wordt de kustlijn hier behouden. Sinds 1976 is tussen Huisduinen en Callantsoog meer dan 37 miljoen m3 zand gesuppleerd. Gezien de grote belangen vanuit o.a. kustveiligheid is een actualisatie van de morfologische kennis van dit gebied essentieel. In deze rapportage worden de morfologische veranderingen van de Kop van Noord-Holland in kaart gebracht en wordt de relatie tussen de buitendelta en de kustlijn geanalyseerd. Daarbij zijn bestaande inzichten getoetst, aangevuld en waar nodig aangescherpt.
De historische ontwikkeling van de buitendelta is in eerdere studies uitvoerig beschreven. Het huidige tweegeulenstelsel, bestaande uit het Schulpengat en het Nieuwe Schulpengat, ontstond in de periode van ongeveer 40 jaar na de afsluiting van de Zuiderzee. Vervolgens vond een periode van kleinschalige aanpassingen plaats, zoals verdieping en verlenging van de geulen. Vanaf circa 1991 stabiliseerden de geulen grotendeels. Alleen ter hoogte van de Bollen van Kijkduin (km. 3.08-6.48) vindt nog steeds een rotatie en een kleine, maar structurele landwaartse verplaatsing van de geul plaats. Hierdoor neemt de breedte van de aangrenzende vooroever af en komt de geul steeds dichter bij de kust te liggen. Deze trend zet zich voort in de meest recente metingen. Vanuit het oogpunt van kustveiligheid vormt dit echter nog geen knelpunt. Door frequent suppleren blijft het volume in de MKL-zone behouden.
Naast de vorming van de geulen zorgt de afsluiting van de Zuiderzee er ook voor dat het centrale deel van de buitendelta in hoogte toeneemt. Rond 1971 ontstond een bij laagwater droogvallende bank, die zich ontwikkelde tot de huidige Noorderhaaks. De Noorderhaaks is in de loop der jaren in zowel vorm als ligging veranderd. Zo is de westelijke rand van de bank sinds 1997 bijna 1.5 km landwaarts verplaatst. De omvang van het droogvallende deel is daarbij niet afgenomen, maar juist in hoogte, omvang (+1 km2) en zandvolume (+3 miljoen m3) toegenomen. Het lijkt onwaarschijnlijk dat de Noorderhaaks, en daarmee de golfafschermende werking voor de achterliggende zeewering, op middellange termijn (25 jaar) is de onzekerheid echter groter, omdat het diepe, zeewaarts gelegen deel van de Noorderhaaks nog steeds met meer dan 3 miljoen m3 per jaar in volume afneemt.
Een actieve volumebalans van de kustzone toont een duidelijk verschil in ontwikkeling vóór en ná 1990. Vóór 1990 was de ontwikkeling van de buitendelta de belangrijkste oorzaak van de grote erosie van de kustlijn. De geul Nieuwe Schulpengat heeft zich direct langs de kust gevormd en is tot ongeveer 1990 steeds verder uitgeschuurd. Na 1990 waren de dominante veranderingen grotendeels voltooid, en sindsdien wordt de ontwikkeling van het actieve volume vooral gedicteerd door de aanvoer van sediment (door suppleties) en de efficiënte afvoer door de grote getijstromingen. Door intensief suppleren vertoont vrijwel het gehele kustvak een trend van volumetoename. Lokaal zijn er echter gebieden met een stabiel of afnemend volume. Het noordelijke deel (km 0-1.5) is vrijwel stabiel, omdat de kust hier direct grenst aan de geul en de sterke stroming het sediment snel afvoert. Tussen km 4.09 - 5.08 neemt het actieve volume (hier begrensd op de geulbodem) af door de voortdurende vormverandering (rotatie) van het Nieuwe Schulpengat, wat het volume in het diepere deel van het profiel reduceert. Op dit moment en voor de nabije toekomst (5 jaar) lijkt dit geen knelpunt voor de kustlijnhandhaving te vormen. De huidige suppletiestrategie blijkt efficiënt in het behoud (en zelfs de groei) van de strand- en duinvolumes.
- Auteurs
- Elias, E., Quataert, E.
- Datum rapport
- 13 januari 2025
- Uitgever
- Deltares
- Annotatie
-
In opdracht van Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving (RWS, WVL)
- Documentnummer
- 11210366-004-ZKS-0003