Bodemdalingsmonitor 2022 Kustfundament en getijdenbekkens : Bodemdaling en GNSS-stations
In het gehele kustfundament en in de getijdenbekkens vindt bodemdaling plaats en deze draagt bij aan relatieve zeespiegelstijging (de som van absolute zeespiegel- en bodembewegingen). Relatieve zeespiegelstijging leidt tot verhoogde overstromingsrisico’s en het is daarom van nationaal belang om relatieve zeespiegelstijging te monitoren en de bijdrage van bodemdaling aan deze stijging te kwantificeren. Bodemdaling binnen het kustfundament en de getijdenbekkens wordt veroorzaakt door geologische bodem bewegingen en door menselijk ingrepen, met name door het winnen van gas. In eerdere Deltares rapporten zijn de verschillende componenten van beide typen bodemdaling benoemd en hun bijdragen, inclusief onzekerheden, gekwantificeerd (Hijma & Kooi, 2018a (11200538-008-ZKS-0001); 2018b (11202190-001-ZKS-0001_v1.0).; Hijma & Van Onselen, 2019 (11203683-002-ZKS-0017); 2020 (11205236-002-ZKS-0004); Hijma, 2021 (11206794 003-ZKS-0002); 2022 (11208035-003-ZKS-0003)). Dit onderzoek wordt uitgevoerd binnen de Bodemdalingsmonitor van het KPP-project Beheer en onderhoud van de Nederlandse kust’ (BenO Kust).
Onderliggend rapport gaat in op het belang van Global Navigation Satellite System (GNSS) stations voor het vaststellen van geologische bodemdaling. In dit onderzoek is er alleen gekeken naar de stations die deel uitmaken van het Actief GNSS-Referentie-Systeem (AGRS) of het Netherlands Positioning Service (NETPOS) netwerk. Deze twee netwerken bestaan uit 50 stations (December 2022). Van deze stations is veel bekend en ze zijn eerder gebruikt binnen de Bodemdalingsmonitor, maar het is niet bekend hoe diep ze gefundeerd staan, wat de lokale geologische opbouw is en dus ook niet welk type bodemdaling ze exact meten. Een station dat bijvoorbeeld niet gefundeerd is in het Pleistoceen, zal ook beïnvloed worden door compactie en wellicht veenoxidatie in het Holocene pakket en zal dus niet alleen geologische bodemdaling meten maar ook ondiepe bodemdaling. Om stations met elkaar te kunnen te vergelijken en te weten of ze geologische bodemdaling meten is het dus nodig om de funderingsdiepte en lokale geologie goed in beeld te hebben. Onzekerheden in funderingsdieptes kunnen tot forse verschillen leiden in gemeten verticale bodembewegingssnelheid tussen de stations, omdat verschillende bodembewegingen dan met elkaar worden vergeleken.
Het hoofddoel van dit onderzoek is om beter begrip te krijgen over welke bodembewegingen de stations werkelijk meten. Zo kan GNSS-data beter gebruikt worden voor een vergelijking met gemodelleerde geologische bodemdaling. Dit kan behaald worden door beter vast te leggen wat de funderingsdiepte is van deze stations en de bijbehorende geologische opbouw. Een tweede doel van dit dataverzamelingsproject is het samenvoegen van alle beschikbare AGRS en NETPOS informatie in één database, met voor alle stations een identiek formaat.
Tijdens de data-inventarisatie is gebleken dat veel informatie niet direct beschikbaar is. De funderingsdieptes van bijna alle stations zijn bijvoorbeeld onbekend. Dit heeft als achtergrond dat de aanleg van AGRS en NETPOS stations nooit bedoeld is om bodemdalingsonderzoek mee uit te voeren en deze informatie daarom destijds niet is vastgelegd. Vanwege het ontbreken van de funderingsdiepte is het vooralsnog niet mogelijk om vast te stellen of de verschillen tussen de gemeten en gemodelleerde bodembewegingsreeksen veroorzaakt worden door verschillen in funderingsdieptes. In het vervolgonderzoek zullen funderingsdieptes gegevens verzameld worden door ofwel contact op te nemen met het gebouwbeheer van alle gebouwen waar stations aan bevestigd zijn, of door in de archieven de bouwplannen op te zoeken.
- Datum rapport
- 19 december 2022
- Auteurs
- Nouguès, L.
- Uitgever
- Deltares
- Annotatie
-
In opdracht van Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving (RWS, WVL)
- Documentnummer
- 11208035-003-ZKS-0004