Beoordeling baggerspecie als afvalstof volgens de Regeling Europese afvalstoffenlijst (EURAL)

In Rijksbaggerdepots mag geen gevaarlijk afval gestort worden. Rijkswaterstaat heeft TAUW gevraagd een analyse uit te voeren welke stoffen in baggerspecie aanwezig zouden kunnen zijn die kunnen leiden tot de classificatie van gevaarlijk afval. Daarnaast is gevraagd een toetsprotocol uit te werken waarmee in de praktijk de kans zo klein mogelijk wordt gemaakt dat (onbewust) bagger wordt gestort die als gevaarlijke afval zou moeten worden geclassificeerd.

Aanleiding voor de vraag is de rapportage van Deltares naar of rijksbaggerdepots voldoen aan de eisen van de EU Richtlijn Storten1. Hierin is beoordeeld of er sprake is gevaarlijk afval op basis van ecotoxiciteit. Rijkswaterstaat wenst een beschouwing van alle gevaareigenschappen van de baggerspecie en een pragmatisch en werkbaar protocol waarmee kan worden beoordeeld of er sprake kan zijn van gevaarlijk afval.

Eural en Bbk zijn twee totaal verschillende regelgevingen die niets met elkaar te maken hebben. Het Bbk stelt regels aan de toepasbaarheid van grond en baggerspecie (vaak afvalstoffen) op land- en waterbodem. De Eural regelt of je als ontdoener de afvalstof als gevaarlijk of niet gevaarlijk afval moet classificeren. Mogelijk is het in de nabije toekomst nodig om voorafgaand aan storten van bagger in depots per aangeboden partij vast te stellen dat de bagger conform EURAL ongevaarlijk is om het onbewust storten van bagger dat geclassificeerd moet worden als gevaarlijk afval te voorkomen.

TAUW heeft eerder een vergelijking gemaakt van de EURAL methode- en de BBK methode voor categorisering van grond en bagger op ecotoxiciteit (HP14). In de voorliggende rapportage worden alle gevaareigenschappen meegenomen.