Oriënterend bodemonderzoek Rijkswaterstaat Voormalig Steunpunt Noordpolderzijl

In 1994 zijn door de Ministerraad gedragslijnen vastgesteld inzake bodemverontreiniging bij verwerving, vervreemding en beheer van gronden in Staatseigendom. Conform deze gedragslijnen stelt Rijkswaterstaat (RWS) een conceptprogramma op voor nader onderzoek en eventuele sanering van objecten in haar beheer. C201 Milfac BV / Chemielinco - Rijkswaterstaat- B4558-18.PML Op basis van een gerichte inventarisatie van voormalige en huidige bodem bedreigende activiteiten, zijn 201 verdachte locaties geselecteerd, waar een milieukundig bodemonderzoek wordt uitgevoerd. Naar aanleiding hiervan is door de combinatie C201, bestaande uit de milieu-adviesbureaus Chemielinco BV te Utrecht en Milfac BV te Leeuwarden, een oriënterend bodemonderzoek uitgevoerd ter plaatse van het voormalig steunpunt Noordpolderzijl. Het doel van het oriënterend bodemonderzoek is vast te stellen of de veronderstelde verontreiniging ook daadwerkelijk op de verdachte locatie aanwezig is en in hoeverre de verontreiniging de toetsingswaarde voor nader onderzoek overschrijdt. Voor de uitvoering van het onderzoek is het protocol gehanteerd voor het Oriënterend onderzoek naar de aard en concentratie van verontreinigende stoffen en de plaats van voorkomen van bodemverontreiniging. In dit rapport wordt kort ingegaan op de beschikbare gegevens uit het archiefonderzoek en op de uitvoering en resultaten van het veld- en laboratoriumonderzoek. Tenslotte worden conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan ten aanzien van de verdachte locaties.

Datum rapport
10 september 1998
Auteur
Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Directie Noord-Nederland (RWS, NN); Dienstkring Waddenzee oost
Uitgever
Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Directie Noord-Nederland (RWS, NN).
Annotatie
12 p.
krt., fig., tab.
eindrapport 84558-18
Met 6 bijlagen
Documentnummer
369452