Veiligheid Nederland in Kaart [VNK] : risicocase dijkring 36 Land van Heusden / de Maaskant, berekening van het overstromingsrisico

Het project ?Veiligheid van Nederland in Kaart? (VNK) geeft uitwerking aan doelstellingen die in het kabinetsstandpunt ?Anders omgaan met water? zijn verwoord. In het kabinetsstandpunt is aangegeven dat voor elke dijkring in Nederland de overstromingskans en de mogelijke kwetsbare locaties (zwakke plekken) in beeld worden gebracht. Ook zal een beeld worden gegeven van de gevolgen van overstromingen. Op deze wijze kan inzicht worden verkregen in de kosten en baten van maatregelen ter verbetering van de overstromingsveiligheid. Dit biedt de mogelijkheid tot het identificeren van kosteneffectieve maatregelen voor het of bereiken van een gewenst veiligheidsniveau. Dit rapport beschrijft de stappen, aannames en resultaten in het bepalen van het verwachte overstromingsrisico voor dijkringgebied 36. Dit betekent dat er een inschatting gegeven wordt van het te verwachten economisch risico bij een gegeven situatie en de daarbij behorende onzekerheden. Zo gaan we bijvoorbeeld uit van het randvoorwaardenboek 2001, het gebiedsgebruik anno 2002 en nemen we geen maatregelen mee die het risico mogelijkerwijs verminderen. Er wordt dus geen rekening gehouden met nieuwbouwplannen, dijkversterkingen, wijzigingen in het peilbeheer en menselijk handelen na een overstroming. De in dit rapport berekende risico?s zijn gebaseerd op de kansen zoals die beschikbaar waren op 1 juni 2005. Op basis van die kansen en de interpretatie daarvan, is het verwachte risico berekend. Het kan zijn dat op basis van externe review of nadere berekeningen andere kansen gebruikt hadden moeten worden om de gevolgen en het risico te bepalen. Voor zover die wijzigingen bekend zijn bij het schrijven van dit rapport, is dat vermeld. Bij een overstromingskans van de dijkring van 1/77 per jaar wordt het economisch risico voor dijkringgebied 36 berekend op tussen ? 29 miljoen en ? 37 miljoen per jaar. De grootste schade bedraagt ? 7519 miljoen en vindt plaats bij een doorbraak bij de Kraaijenbergse Plassen. De belangrijkste conclusie die volgt uit deze studie is de constatering dat de economische gevolgen binnen dijkring 36 bij een overstroming zeer afhankelijk zijn van de locatie van de doorbraak en de helling van het achterliggende gebied. Het is niet mogelijk een algemeen beeld van de overstroming en de economische gevolgen bij een dijkdoorbraak vanuit de Maas te bepalen voor de gehele dijkring.

Datum rapport
1 januari 2006
Auteurs
Blanker, P.J.G., Groot Zwaafink, M.
Auteur
Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Dienst Weg- en Waterbouwkunde (RWS, DWW); M. Groot Zwaafting; Royal Haskoning; P.J.G. Blanker
Uitgever
RWS, DWW.
Annotatie
96 blz.
graf., krtn.
Rapportnr. DWW-2006-011
Project Veiligheid van Nederland in Kaart (VNK)
In opdracht van: Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Directoraat-Generaal Water
Documentnummer
326026