Zonering gemotoriseerde snelle watersport : handreiking voor discussies over de gemotoriseerde snelle watersport
De gemotoriseerde snelle watersport (sneller dan 20 km/uur) komt regelmatig in conflict met andere functies en gebruiksvormen van het water. Hoofdstuk 2 beschrijft de verschillende vormen van gemotoriseerde snelle watersport. Per vorm wordt aandacht gegeven aan het karakter van de activiteit, de eigenschappen van de boot, het aantal beoefenaren en de graad van organisatie. In h.3 wordt ingegaan op de randvoorwaarden waaronder de gemotoriseerde snelle watersport kan functioneren. Dit betreft enerzijds de randvoorwaarden vanuit de activiteit zelf: omvang van de benodigde ruimte, eisen te stellen aan de oevers, eisen te stellen aan het gebruik van het water door anderen enz. Anderzijds leggen ook andere functies of andere gebruiksvormen beperkingen op aan de gemotoriseerde snelle watersport. In h.4 wordt de regelgeving behandeld, voor zover deze betrekking heeft op het snelvaren. Aandacht wordt besteed aan het Binnenvaartpolitiereglement (BPR), maar ook aan de mogelijkheden en beperkingen, die provinciale of gemeentelijke verordeningen geven. Ook is een relatie gelegd met de Wet Geluidhinder. H.5 behandelt de vaargebieden in Nederland en de mogelijkheden die er zijn voor de gemotoriseerde snelle watersport. Middels enquetes is inzicht verkregen in het gebruik van die gebieden, knelpunten en wensen.
- Datum rapport
- 1 december 1993
- Auteur
- A.G. Stroband ; Bureau Maas
- Uitgever
- [s.n.].
- Annotatie
-
VIII, 213 p. ill. ; 30 cm Met lit. opg. In opdracht van het Breed Overleg Waterrecreatie Werkgroep Zonering Snelle Watersport
- Documentnummer
- 122107