Vrachten beter schatten met toegepast meten : rapportage 2010
De bepaling van vrachten van stoffen is belangrijk, onder meer voor het voldoen aan internationale verplichtingen zoals de KRW en OSPAR, en t.b.v. bronnenanalyses en analyses van afwentelingsvraagstukken. Gezamenlijk gedragen kennis over de vrachten vanuit belangrijke "overdrachtslocaties" is in dit verband essentieel. Daarom beoogt de Waterdienst een verbetering van de nu gebruikte wijze van vrachtbepaling (inclusief aspecten van de monitoringstrategie) en het verkrijgen van meer inzicht in de nauwkeurigheid van de bepaalde vrachten. De hier gerapporteerde werkzaamheden in 2010 zijn een eerste aanzet daartoe, en richten zich in het bijzonder op de vraagarticulatie, de identificatie van kennisleemten en de definitie van vervolgwerkzaamheden in 2011. Dit rapport concludeert allereerst dat de keuze voor de meetlocaties Maassluis (Nieuwe Waterweg naar Noordzee) en Vrouwezand (IJsselmeer naar Waddenzee) voor de vrachtbepaling leidt tot aanzienlijke onnauwkeurigheden. Verder is het duidelijk dat de nauwkeurigheid van vrachtbepalingen op de grote overdrachtslocaties tussen zoete en zoute rijkswateren sterk afhangt van de frequentie van de waterkwaliteitsmetingen. Een compleet beeld van de invloed van de methode van monstername en de meetfrequentie op de nauwkeurigheid van vrachtbepalingen ontbreekt (rivieren en spuisluizen, alle relevante stoffen, rijkswater en regionaal water). Het rapport beschrijft vervolgwerkzaamheden en doet suggesties voor de verzameling van aanvullende gegevens in 2011. Tenslotte bespreekt dit rapport alternatieve meettechnieken en de mogelijkheden die zij bieden om vrachten beter en kosten-effectief te meten.