De maaiveldsdaling ter plaatse van kavelpaden in vergelijking tot die op de aangrenzende kavels in Oostelijk Flevoland
In 1966 en 196 werd in Oostelijk Flevoland een onderzoek ingesteld naar de invloed van de kavelpaden op de, ter plaatse van de kavelpaden optredende, inklinking. Het is belangrijk dit te weten, zodat men bij aanleg van het kavelpad een juiste hoogte aanhoudt om een goede ligging in de toekomst te waarborgen. Het onderzoek werd gestart bij een aantal nieuw anngelegde kavelpaden in Oostelijk Flevoland. Op deze manier was het goed mogelijk de hoogteligging bij aanleg vast te stellen, zodat eventuele veranderingen daarin, evenals die van het angrenzende maaiveld konden worden nagegaan. Het doel van dit onderzoek is dus de invloed van de verharde kavelpaden op de inklinking na te gaan. Als resultaat wordt gegeven het verschil in maaiveldsdaling tussen de kavelpaden en het maaiveld op de kavels. Verder wordt ingegaan op de oorzaken van het verschil in maiveldsdaling, terwijl eveneens de mogelijke gevolgen worden behandeld.
- Datum rapport
- 1 januari 1980
- Auteur
- Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders (RIJP); door J.J. Boelens
- Uitgever
- Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders (RWS, RIJP).
- Annotatie
-
44 p.
fig., tab.
(RIJP-rapport ; 1980-22 Abw)
Met lit. opg. - Documentnummer
- 99722