De herziening van de basiskustlijn van Zeeuws-Vlaanderen : een advies, opgesteld naar aanleiding van mijn stageopdracht bij Rijkswaterstaat
In oktober 2002 werd bekend gemaakt dat de golfbelasting op de kust groter is dan tot dan toe werd aangenomen. In 2003 werden daarom de zeeweringen langs de Noordzeekust getoetst. Daarbij werd vastgesteld dat deze op tien locaties over twintig jaar niet meer aan de nieuwe veiligheidsnorm zouden voldoen; dit zijn de zogenoemde Zwakke Schakels. Een van die Zwakke Schakels was de kust van Zeeuws-Vlaanderen. In juni 2005 is de kust van Zeeuws-Vlaanderen getoetst door het toenmalige Waterschap Zeeuws-Vlaanderen. In die toetsing is een aantal tekorten geconstateerd. Er waren 5 gebieden waar de dijken of de duinen te zwak waren. Deze vijf deelgebieden moesten versterkt worden. Tussen 2009 en 2015 worden de vijf deelprojecten van de Zwakke Schakel Zeeuws-Vlaanderen versterkt. Bij drie van deze versterkingsprojecten vindt een zeewaartse versterking plaats. Om deze versterking te kunnen onderhouden moet de Basiskustlijn (BKL) op deze drie locaties zeewaarts worden verplaatst. Het gaat daarbij om de deelprojecten van Nieuwvliet-Groede, de Herdijkte Zwarte Polder en Cadzand. In dit rapport wordt een advies gegeven voor de herziening van de Basiskustlijn op deze locaties. Het versterkingsproject van Nieuwvliet-Groede is in juni 2010 afgerond. Op deze locatie is in 2012 een nieuwe Basiskustlijn vastgesteld. De gebruikte methodiek van deze herziening is overgenomen als leidraad voor dit rapport. Vervolgens is voor het project bij de Herdijkte Zwarte Polder (afgerond in mei 2011) op dezelfde manier een nieuwe BKL opgesteld. En tot slot is voor Cadzand een begin gemaakt met de herziening van de BKL, maar omdat dit project nog in de ontwerpfase zit is het onmogelijk een definitief advies voor deze locatie te geven. Uit de berekeningen en de metingen die zijn uitgevoerd bij de Herdijkte Zwarte Polder kort na de versterking kwam naar voren dat de methodiek zoals is toegepast bij Nieuwvliet-Groede enigszins aangepast dient te worden. Dit komt door de hevige erosie die kort na het versterkingsproject optreedt. Mijn advies voor die locatie is dan ook niet het handhaven van het ontwerpprofiel, maar dit ontwerpprofiel enigszins los te laten. Op die manier kan de onderhoudsinspanning van het desbetreffende kustgebied wat verkleind worden. Vervolgens kan in de toekomst de BKL in stappen worden verschoven waardoor de kust steeds voldoet aan de veiligheidseisen die op dat moment gesteld kunnen worden. Voor het project bij Cadzand kan de methodiek van Nieuwvliet-Groede ook weer worden toegepast. Het is echter mogelijk dat grotere erosie plaats vindt dan in eerste instantie wordt verwacht. Daarom is het monitoren van de versterking erg belangrijk en er wordt aangeraden enkele jaren na de versterking pas een BKL vast te stellen. Omdat pas na enkele jaren duidelijk wordt wat de morfologische respons op de kustversterking is.