Herwense Inlaagdijk : Bepaling doorlatendheid kleilagen in uiterwaard.

Bij het opstellen van plannen voor de verbetering van de bandijken kan het van belang zijn de waterdoorlatendheid van de verschillende grondlagen te kennen. Als routine wordt de doorlatendheid van de grond bepaald aan monsters die in een labaratorium worden beproefd. Het is echter gebleken dat de doorlatendheid van kleilagen aan het oppervlak zo inhomogeen is dat bepaling daarvan aan kleine grondmonsters niet goed mogelijk is. In dit verband wordt onder meer verwezen naar C.O.W. -nota S-76.033. In het kader van de voorbereiding van verbeteringen aan de Herwense Inlaagdijk zijn daarom een aantal in situ infiltratieproeven verricht met het doel de doorlatendheid van de oppervlakte kleilagen in de uiterwaard te bepalen. De resultaten van deze proeven worden in deze nota aangegeven.

Datum rapport
1 januari 1977
Auteur
Centrum voor onderzoek Waterkeringen
Uitgever
RWS, COW.
Annotatie
46 p.
ill.
A-72.044-II
Documentnummer
418545