Sateliet remote sensing voor vegetatiemonitoring van buitendijkse gebieden
Om inzicht te verkrijgen in de onderscheidbaarheid en temporele variatie van reflectie eigenschappen van schorrevegetaties zijn in verschillende vegetatietypen op verschillende tijdstippen gedurende het groeiseizoen metingen gedaan met een veldspectrometer (PSII). Er is getracht om de classificatie van het satellietbeeld van het Verdronken Land van Saeftinghe die in 1991 gedaan is te verbeteren door aanpassing van de coordinaten van de vegetatieopnamen uit 1990 van het NIOO-CEMO. Het bleek echter dat de precieze locatie soms moeilijk te achterhalen was. Bovendien bleken de opnamen meestal niet geschikt voor training van satellietbeelden doordat ze vaak lagen in gebieden waar het betreffende vegetatietype een te klein oppervlak besloeg. Om toch te kunnen achterhalen of classificatie van schorrevegetatie van satellietbeelden mogelijk is, is toen besloten gebruik te maken van de vegetatiekaart van het het gebied. Vervolgens is onderzocht wat de geschiktheid is van mei en oktoberbeelden voor vegetatieclassificatie en hoeverre het classificatie resultaat verbetert door gebruik te maken van multitemporele classificatie. De geschiktheid van satelliet remote sensing voor andere buitendijkse gebieden is onderzocht door classificatie van een satellietbeeld van de Groningse kwelderwerken. Besloten wordt met de haalbaarheid van het gebruik van remote sensing voor vegetatiekartering van buitendijkse gebieden waarin de kwaliteit van de classificatie, de beschikbaarheid van beelden en de kosten besproken worden.