De methodiek van het onderzoek naar de vereiste greppel- en drainafstanden in de IJsselmeerpolders

Bespreekt de vraag bij welke afstand tussen - en eventueel diepte van - de greppels of de drains het in de grond gedrongen regenwater, bij goed werkende drains, nog voldoende snel afgevoerd wordt om aan de ontwateringseis te voldoen. Gaat in op het onderzoek naar de doorlatendheid van zware gescheurde zavelgronden en lichte zavel- en zandgronden, en het onderzoek naar het bergend vermogen.

Datum rapport
1 januari 1962
Auteur
Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Directie van de Wieringermeer (IJsselmeerpolders); door B. Fokkens
Uitgever
Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Directie van de Wieringermeer (Noordoostpolderwerken).
Annotatie
16 p.
fig., tab.
(Flevo-Bericht ; A no. 29)
Voordracht gehouden voor de Landbouwkundige Vergadering van de Directie van de Wieringermeer (IJsselmeerpolders) op 17 oktober 1961 te Zwolle. - Lit. opg.
Documentnummer
99993