Tweede Waterkeringen in Noord-Holland

Om de kruinhoogte van de tweede waterkeringen te bepalen is het gewenst te weten welke maatgevende waterstand binnen een geïnundeerde dijkring kan optreden en wat de invloed is van de wind op het watervlak. Om de waterstand te kunnen berekenen moet een aantal aannamen worden gedaan. In deze nota is getracht de benodigde aannamen te kwantificeren met behulp van een gevoeligheids-onderzoek. Bovendien is onderzocht welke windsnelheid en windrichting in de definitieve berekeningen zullen moeten worden ingevoerd om het effect van opwaaiing en golfoploop op het dijktalud te kunnen berekenen.

Datum rapport
1 januari 1985
Auteur
H.A. Kraaijenbrink; Hoogheemraadschap Noordhollands Noorderkwartier
Uitgever
Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Directie Waterhuishouding en Waterbeweging (RWS, WW).
Annotatie
30 cm
Dl. 1 Gevoeligheidsonderzoek en bepaling van de uitgangspunten voor de berekening van de kruinhoogten. - 1985. - 48 p. : 30 bijl. graf., krt. - Met lit. opg. - Nota WWKZ-85.H001. - Dl. II Bepaling van de kruinhoogten. - 1985. - 10 p. : bijl., graf, krt. et lit. opg. - Nota WWKZ-85.H002
Documentnummer
108350