Bestrijdingsmiddelen in neerslag en in oppervlaktewater : onderzoek naar het voorkomen en de verspreiding van bestrijdingsmiddelen in oppervlaktewater, atmosferische depositie en waterbodemslib in Oostelijk en Zuidelijk Flevoland in 1990 en 1991
Het maandelijks onderzoek naar een pakket van maximaal 35 bestrijdingsmiddelen werd in 1990 op 6 locaties verricht, en in 1991 op 8 locaties, verspreid over Zuidelijk en Oostelijk Flevoland. In het onderzochte oppervlaktewater werden niet minder dan 26 van de 35 bestrijdingsmiddelenéén of meerdere malen aangetoond; in de onderzochte neerslag waren dat er zelfs 27 van de 35. De middelen die het meest frequent werden aangetoond zijn: atrazin, azinfos-methyl, propachloor, bentazon, dimethoaat, diuron, mcpa, mcpp, metoxuron, organo-tin, simazin en vinchlozolin. De gemeten concentraties variëren van de detectiegrens tot enkele microgrammen per liter. Voor verschillende middelen is een duidelijke relatie aanwijsbaar tussen enerzijds plaats, tijdstip en mate van gebruik in de landbouw, en anderzijds het aantreffen van die middelen in neerslag en/of oppervlaktewater. Voor andere middelen geldt echter, dat ze op plaatsen worden aangetroffen waar ze niet worden toegepast (bv. in natuurgebieden), of op tijdstippen waarop ze niet gebruikt worden (bv. in de winter). Omdat voor de meeste bestrijdingsmiddelen geen ecotoxicologische normen beschikbaar zijn, kan de kwaliteit van het oppervlaktewater voor wat betreft de onderzochte middelen slechts gedeeltelijk worden getoetst. Uit deze toetsing komen vooral de herbiciden atrazin, simazin, mcpa en mcpp en de schimmelbestrijder fentin in negatieve zin naar voren. Vooral fentin komt in veel te hoge concentraties voor in het watermilieu van de Fleverwaard. In het oppervlaktewater wordt de norm van dit middel zeer vaak overschreden, soms met meer dan een factor 100. In het onderzochte waterbodemslib zijn de gehalten organo-tin soms zelfs honderden tot duizenden malen hoger dan de norm. Voor de kwaliteit van de neerslag zijn in het geheel geen normen beschikbaar. Wel blijkt uit vergelijking met enkele literatuurgegevens dat de concentraties bestrijdingsmiddelen in de neerslag dermate hoog zijn, dat net een bedreiging kan vormen voor de natuurlijke en cultuurlijke vegetatie in de Fleverwaard. Daarnaast kan aangetoond worden dat het regenwater ongeschikt is voor gebruik als drinkwater. Voor verschillende bestrijdingsmiddelen zijn duidelijke aanwijzingen gevonden, dat deze in grote mate via de atmosfeer in het watermilieu worden verspreid. Het betreft met name atrazin, bentazon, mcpp, azinfos-methyl, chloorprofam, dimethoaat en organo-tin. Het uit het onderhavige onderzoek naar voren gekomen beeld van bestrijdingsmiddelen in het watermilieu is zorgwekkend. De grenswaarde voor de oppervlaktewaterkwaliteit in het jaar 2000 (de Algemene Milieukwaliteit) wordt in het beheersgebied lang niet gehaald.