De betekenis van microben voor de plantengroei en omzetttingen in de bodem van Zuiderzeepolders
Onder de microben nemen de plantaardige de grootste plaats in. Hiertoe rekent men de bacteriën, de schimmels en gisten en de microscopisch waarneembare eencellige vormen van de wieren of algen. Tot de dierlijke microben behoren de protozoën. Beschrijft genoemde microben. Behandelt het nut van micro-organismen voor het plantenleven. Bij de microbiologische omzettingen in de bodem wordt ingegaan op: Omzettingen van zwavelverbindingen; Veranderingen in het gehalte aan koolzure kalk; Veranderingen in het gehalte aan uitwisselbare kationen; Veranderingen in het fosfaatgehalte en de samenstelling van de fosfaatverbindingen; Omzettingen van ijzerverbindingen; Veranderingen in het gehalte en de samenstelling van de humus.
- Datum rapport
- 1 januari 1958
- Auteur
- Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directie van de Wieringermeer (Noordoostpolderwerken); door D.A. van Schreven
- Uitgever
- Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Directie van de Wieringermeer (Noordoostpolderwerken).
- Annotatie
-
32 p. (Flevobericht ; A no. 11) Voordracht gehouden voor de Landbouwkundige Vergadering van de Directie van de Wieringermeer (Noordoostpolderwerken) op 21 oktober 1958. - Lit. opg.
- Documentnummer
- 201764