Evaluatie proefvakken, wat kunnen we daarvan leren?
Om innovatieve asfaltmengsels te kunnen beoordelen wordt eerst uitgebreid labonderzoek uitgevoerd. Omdat deze mengsels vaak buiten het ervaringsgebied liggen, worden meer proeven ingezet dan het standaard onderzoek om de risico’s te kunnen inschatten. Indien het labonderzoek succesvol wordt afgesloten, kan eventueel eerst een semi-praktijkproef worden uitgevoerd, maar als er op basis van de resultaten van de labproeven voldoende vertrouwen is, wordt er een proefvak op het hoofdwegennet aangelegd. Om ervaring op te bouwen kan eventueel eerst een proefvak worden aangelegd op een weg met weinig verkeersbelasting en als dat goed gaat, later op een weg met meer verkeersbelasting. Het doel van het aanleggen van een proefvak is:
- onderzoeken of het innovatieve asfaltmengsel maakbaar is. Er wordt onderzocht of de eigenschappen van een op het lab bereid innovatief asfaltmengsel wel kunnen worden gerealiseerd als het wordt geproduceerd in een asfaltmenginstallatie, wordt verwerkt met een spreidmachine en verdicht met walsen;
- omdat het voorspellend vermogen van labproeven voor praktijkgedrag niet 100% is, wordt onderzocht hoe het innovatieve asfaltmengsel presteert onder verkeers- en klimatologische belastingen. Om dit te onderzoeken worden proefvakken gemonitord in de tijd en worden metingen uitgevoerd.
Vaak komt het voor dat een werkgroep wordt opgeheven als een proefvak is aangelegd en wordt het presteren van het proefvak niet meer gevolgd. Dit is niet het geval bij Rijkswaterstaat, want alle aangelegde proefvakken worden in het zgn. proefvakkenbestand opgeslagen en worden in de tijd gemonitord (visuele inspecties en metingen). Recent is een evaluatierapport uitgebracht van verwijderde proefvakken. In deze paper wordt een samenvatting gegeven van wat we daarvan kunnen leren.