Oorzaken van spoorvorming in de directie Oost-Nederland : asfalttechnologisch onderzoek

Naar aanleiding van de opgetreden spoorvorming in de directie Oost-Nederland in de extreem warme zomers van 1994 en 1995 is een uitgebreid onderzoek uitgevoerd "Over spoorvorming! Spoorvorming over?" Een van de onderzoeksvragen betreft een onderzoek naar de oorzaak van de ontstane spoorvorming. In samenspraak met de opdrachtgever is daarom besloten een uitgebreid asfalttechnologisch onderzoek uit te voeren. Hierbij wordt de oorzaak alleen gezocht in de asfalteigenschappen. Het rapport gaat in op de relatie van de spoorvorming van bitumineuze verhardingen en de constructiebouw en de mechanische eigenschappen van de afzonderlijke lagen van deze constructie. Het onderzoek gaat speciaal in op de vervormingsweerstand van asfalt. Het onderzoek is gericht op de kwantitatieve en kwalitatieve samenstelling van oude en nieuwe asfaltmengsels en de asfalteigenschappen van de spoorvormingsgevoelige asfaltlagen. Het Marshall-vooronderzoek staat al jaren ter discussie. Om deze reden is in dit onderzoek ook aandacht besteed aan twee alternatieve mengselontwerpmethoden, het PRADO-programma en het door Esso gepropageerde volumetrisch mengselontwerp.

Datum rapport
1 januari 1997
Auteur
Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Dienst Weg- en Waterbouwkunde (RWS, DWW); J.L.M. Voskuilen
Uitgever
Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Dienst Weg- en Waterbouwkunde (RWS, DWW).
Annotatie
52 p.
bijl., ill.
W-DWW-97-063
Documentnummer
111429