Zandwinplaatsen in de Oosterschelde en in de overige gebieden van het zuidelijke deltabekken voor het jaar 1975 en daarna
Getracht is zoveel mogelijk potentiële zandwingebieden aan te wijzen, die zeer waarschijnlijk geen ongunstige waterloopkundige en morfologische gevolgen kunnen hebben en bovendien geen schade kunnen toebrengen aan de visserijpercelen. Daarbij is het noodzakelijk om volledig op de hoogte te zijn van de natuurlijke ontwikkeling van het geulen- en bankenstelsel, teneinde de discontinuïteit t.o.v. het natuurlijke gedrag (door de zuigwerkzaamheden van 1975 en daarna) te kunnen vaststellen. Deze zandwinning is nodig voor de dijkverhoging langs de Oosterschelde en de bouw van Oesterdam en Philipsdam.