Bodemverontreiniging in de Uiterwaarden : bijdrage aan de Derde Nota Waterhuishouding

De uiterwaardbodems van de grote rivieren bevatten verhoogde gehaltesverontreinigingen zoals zware metalen en organische microverontreinigingen. Toetsing van de gehaltes van individuele monsters aan de bestaande normen wijst uit dat voor vele monsters de signaleringswaarde uit het Interimsysteem Normering Waterbodems overschreden wordt. Deze waarde is vergelijkbaar met de voorlopige C;waarde voor waterbodems (Milieuprogramma 1989-1992, voortgangsrapportage, september 1988). Voor deze overschrijding zijn stoffen verantwoordelijk als nikkel en chroom (Rijn), enkele PAK's (Maas), maar vooral PCB's (Rijn en Maas). Om enig inzicht te verkrijgen in de toekomstige bodemkwaliteit zijn modelberekeningen uitgevoerd. Hierbij is uitgegaan van autonome ontwikkelingen zoals een verlaging van de gehaltes aan microverontreinigingen in de Rijn met 50% (Rijn-actie-programma). De gehal tes van microverontreinigingen in de bovenste laag van de uiterwaarden zullenhierdoor dalen. deze daling zal echter niet zodanig zijn dat risico'svoor de agrarische functie en de natuurfunctie zijn uitgesloten. Dit geldt zowel voor de korte (1995) als de middellange termijn (2015). Het is wenselijk aanvullende maatregelen te formulere n gerich t op verdere terugdringing van de waterverontreiniging.

Datum rapport
1 januari 1989
Auteur
J.M.H. Demon en A.L.M. van Broekhoven; Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Dienst Binnenwateren/RIZA
Uitgever
Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Dienst Binnenwateren (RWS, DBW).
Annotatie
40, [9] p.
fig. ; 30 cm
Nota nr. 89.027. - Met lit.opg.
Documentnummer
60315