Relativiteit van analyseresultaten in het wateronderzoek en -beheer
Uit laboratoriumevaluerende vergelijkende onderzoeken onder Nederlandse waterlaboratoria blijkt: alséén laboratorium een parameter in een monster bepaalt is de spreiding in de analyseresultaten gemiddeld 5 á 6 maal kleiner dan wanneer meerdere laboratoria die parameter in dat monster bepalen. Daarom dient bij onderzoeken van variaties in tijd en/of ruimte, waarbij vooral de relatieve analyseresultaten van belang zijn, elke te onderzoeken parameter bij één analyselaboratorium te worden ondergebracht; bij toetsing aan normen of aan voorwaarden (waarmee soms grote belangen gemoeid kunnen zijn), verdient het aanbeveling meerdere onafhankelijkanalyseresultaten (verschillende analyselaboratoria en/of -methoden) in te winnen. Bij vergeljking van analyseresultaten met gegevems uit andere onderzoeken of reeds aanwezige gegevensbestanden dient men de mogelijk optredende spreidingen expliciet in de beschouwing te betrekken.
- Datum rapport
- 1 januari 1989
- Auteur
- door R. van Veen : Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat, Dienst Binnenwateren/RIZA
- Uitgever
- Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Dienst Binnenwateren (RWS, DBW).
- Annotatie
-
p. : graf. ; 30 cm. - (DBW/RIZA reprint ; 086) Overdruk uit: H2O (22) 1989, nr. 3; p. 92-95. - Met lit.opg.: p. 95. Met samenvatting(4)
- Documentnummer
- 5753